Systemisch werken was in eerste instantie een psychotherapeutische methode die uitging van het idee dat we allemaal zijn gevormd door de dynamiek van het systeem waarin we in zijn opgegroeid, het oorspronkelijke gezin, dus. Als daar sprake was van verstoringen of verstrikkingen, kan dat later leiden tot psychische klachten, blokkades, en het steeds maken van de verkeerde keuzes. Dat je wordt gevormd in je jeugd is hierbij niets nieuws. Het verschil van systemisch werken is dat het gezin wordt gezien als een systeem wat wordt gekenmerkt door binding, een bepaalde rangschikking en een balans tussen geven en nemen. Als op een of meer van die drie vlakken een verstoring optreedt, dan verandert dat het hele systeem. Een effect wat systeemdynamiek wordt genoemd. Een systeem houdt altijd een streven naar balans in, en als er een ding verandert, verandert het hele systeem mee om het evenwicht weer te herstellen. Dat noemt men ook de systemische wetmatigheid.
Systemisch coachen onderscheidt zich van andere therapieën. Het gebruikt een specifieke techniek. Deze techniek noemt men de familieopstelling. Een methode die is ontwikkeld door Bert Hellinger, een Duitse psychiater die ook in de VS werkte met de beroemde psychoanalyticus Milton Erickson. Hij zag alle menselijke systemen en gedrag als uitvloeisel van “het systeem van herkomst” dus het oorspronkelijke gezin. Zijn theorie definieerde hij als “een systemisch-fenomenologische beschouwingswijze”. Hellinger was ook de eerste die de drie basisprincipes poneerde, namelijk binding, volgorde en geven en nemen, dit is nog steeds een gebruikte driedeling. Verstoringen en verstrikkingen doen zich volgens hem voor als bijvoorbeeld iemand de last van een ander moet dragen, een persoon volgt die niet wordt erkend, van zijn plaats afkomt of identificeert met een persoon, een ideaal of een concept. Volgens hem ligt daar de oorzaak van veel psychische problemen.
Hoe wordt de familieopstelling toegepast?
Er wordt een techniek toegepast die men familieopstelling noemt. Hier is er dan sprake van een groep en een vraag- of probleemsteller. De vraagsteller brengt het onderwerp in en kiest vervolgens mensen uit de groep die zijn/haar familieleden moet vertegenwoordigen, ook wel representanten genoemd. Vervolgens geeft de vraagsteller iedere representant een plek ergens in de ruimte of nemen de representanten zelf een plek aan in de ruimte (ook wel het wetend veld genoemd). Dit moet gevoelsmatig en intuïtief gebeuren, de ratio is hier niet van belang. Vervolgens gebeurt er iets wonderlijks, namelijk dat de representanten zich net zo voelen en gaan gedragen alsof ze de echte familieleden zijn, zonder enige voorkennis. Op dit niveau wordt dan duidelijk wat de verstoring of “verstrikking” in het familiesysteem is die aanleiding geeft tot het probleem en de klacht. Er zijn ook therapeuten die niet met een groep echte mensen werken, maar met poppetjes of voorwerpen, wat de “tafelopstelling’ wordt genoemd.
Met deze methode kun je een verbluffend snel en scherp inzicht krijgen in de verhoudingen in het gezin van herkomst, of zelfs in vroegere generaties, en de patronen die je daaruit hebt ontwikkeld. Deze vorm van waarnemen heet fenomenologisch waarnemen. Dit betekent dat de realiteit zonder wat voor oordeel of vooronderstelling dan ook wordt gezien. Vanuit de ruimte die hierdoor ontstaat, kun je je bewustzijn vergroten, meer inzicht opdoen en veranderingen bewerkstelligen, waardoor de klachten of problemen kunnen verdwijnen. Met andere woorden, familieopstellingen kunnen je helpen om meer helderheid te krijgen in je vaak onbewuste patronen die je ervan weerhouden om voluit je eigen leven te leiden, je hart te volgen en tot bloei te komen.
Systemisch coaching in organisaties
Hieronder gaan we nader op systemisch coachen in organisaties, in het bijzonder de zogenaamde organisatieopstelling.
Organisatieopstellingen gaan uit van het bedrijf, de instelling of vereniging als een sociaal systeem en liggen dus in een lijn met het systemisch werken. Een opstelling wordt hier gebruikt om de verhoudingen binnen deze organisaties bloot te leggen en eventueel te veranderen. Een definitie van de term organisatie in deze context zou kunnen zijn:”een geordend geheel van onderling afhankelijke en elkaar continu beïnvloedende onderdelen”. Opstellingen kunnen gebruikt worden als de verhoudingen binnen de organisatie verstoord zijn, bij innovatie en vernieuwing en bij het doorvoeren van veranderingen. Belangrijk is ook hier dat als er een ding verandert, het hele systeem in beweging komt, wat ook wel de systeemdynamiek wordt genoemd. Er kunnen dan verstrikkingen of knelpunten ontstaan die met behulp van een opstelling bloot te leggen zijn. Een dergelijke opstelling verloopt in drie fasen.
1. De opstelling. Hiermee bedoelen we net als bovenstaande dat er een vraagsteller is, die representanten kiest en die een bepaalde plek in de ruimte geeft.
2. Het onderzoek. De begeleider vraagt naar de gedachten, houdingen, belevingen en gevoelens van de representanten en brengt deze in kaart.
3. Herordening. De begeleider stelt vast hoe in de werkelijke situatie de verhoudingen zouden moeten zijn en wat ieders plek in het systeem hoort te zijn om de organisatie goed te laten lopen en geeft daarover advies.